'Aan de Berlijnse vrouw' (Kurt Tucholsky) by Erik de Smedt published on 2021-09-11T06:27:25Z Meisje, geen Casanova had jou ooit geïmponeerd. Jij gelooft toch niet wat een voze dweper over jou fantaseert? Zong al smachtend in ’t donker Romeo, door liefde gestrikt, dan zou jij zachtjes fluisteren: ‘Zekers van lotje getikt −?’ Zoek je romantisch ‘das Letzte’, dan wordt het de bios voor jou … Jij bent immers moeders beste, jij, de Berlijnse vrouw −! Hoe jij liefhebt, Venus aan de Spree − naarstig en zo stipt op tijd! Charmeren tot tien voor half twee, kussen tot de tram niet meer rijdt. Alles bezorg je bedreven, je blijft zelfs bij de liefdeseed zakelijk, netjes en zullen we even: boekhoudkundig compleet! Hoezeer zijn arm je ook preste: voor jou niet voor ‘t leven, slechts gauw. Jij bent immers moeders beste, jij, de Berlijnse vrouw −! Door de week hanteer je met verve textiel, naald en liniaal. Zondags fonkelen de sterren Pruisisch-sentimentaal. Denk je aan de mollenstola die je vriend je spendeert? Lichtend voorbeeld van Pola! Heupwiegend gesofisticeerd. Ouder word je. De resten verdwijnen allengs in de kou. Laat de mondaine geste! Jij bent immers moeders beste, jij lieve Berlijnse vrouw −! Kurt Tucholsky, ‘An die Berlinerin’. Vertaling Erik de Smedt. Duitse tekst: https://www.hs-augsburg.de/~harsch/germanica/Chronologie/20Jh/Tucholsky/tuc_5092.html ___ Duitsland tijdens de ‘Goldenen Zwanziger’. De scherpe en lichtvoetige Kurt Tucholsky (1890-1935) zingt de lof van de Berlijnse vrouw. Genre poëzie