published on
Dit gedicht is opgenomen in "De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie - 100 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu" (Querido, november 2022)
Hieronder kunt u het Drentse origineel lezen en de vertaling.
Wat aanvullende informatie:
Het dialect is het Noordenvelds (de noordelijkste regio van Drenthe)
Bron: Peter van der Velde, ‘Mien Opa’. Uit: Trekwaark. Uitgeverij kleine Uil, 2013. Oorspronkelijk gepubliceerd in Provinciaal
maandblad Drenthe, 1949. Vertaling ‘Mijn opa’ door Willem
van der Velde.
Mien Opa
Mien Opa, die het altied aarbaaider west
Op een Grunneger bouwboerderaai.
Mien Opa zien boer, was stinkende riek,
Mor Opa was aarm en kreeg rimmetiek,
Want Opa, die kroop deur de klaai.
Mien Opa, die het altied aarbaaider west
Mien Opa was nooit een dag vraai.
Mien Opa, het van de wereld niks zein,
Die zaag mor de kloet’n en ’t onkruud allein,
Want Opa, die kroop deur de klaai.
Mien Opa, die het altied aarbaaider west
Veur eerpels, wat brood en wat braai.
Mien Opa en Opoe, had’n ’t niet breid
En geld veur wat mooiers, dat had’n ze neit.
Mien Opa, die kroop deur de klaai.
De zeun van de boer, die ridt nou wat rond
In ‘n auto, spiksplinternaai.
Die rookt nou sigoaren van daartig cint ’t stuk
Van Opa’s verdreit en van Opa’s geluk...
En Opa, die rust in de klaai.
Peter van der Velde
Vertaling:
Mijn opa
Mijn opa is zijn hele leven arbeider geweest
Op een Groninger akkerbouwbedrijf.
Opa’s boer was stinkend rijk,
Maar opa was arm en kreeg reumatiek.
Want opa, die kroop door de klei.
Mijn opa is altijd arbeider geweest,
Mijn opa had nooit een dag vrijaf.
Mijn opa heeft niets van de wereld gezien,
Hij zag alleen maar de kleikluiten en het onkruid.
Want opa, die kroop door de klei.
Mijn opa is altijd arbeider geweest,
Voor wat aardappelen, roggebrood en karnemelksepap.
Mijn opa en oma hadden het niet breed,
Geld voor iets nieuws hadden ze niet.
Mijn opa, die kroop door de klei.
De zoon van de boer rijdt nu wat rond
In een splinternieuwe auto.
Die rookt nu sigaren van dertig cent per stuk
Van opa’s verdriet en van opa’s geluk...
En opa, die rust in de klei.
Vertaald door Willem van der Velde
*
PERSBERICHT
Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam Tsead Bruinja zich voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Zijn selectie begint in 1945 en beperkt zich tot poëzie die geschreven is binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dat betekent dat er poëzie te lezen is uit Indonesië en Suriname en van de Antillen, maar ook dat er gedichten in staan van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Ze gaan over allerlei zaken: van het boerenleven tot racisme, oorlog en carnaval.
Met deze bloemlezing wil Bruinja een andere blik op de Nederlandse poëzie bieden. In bijna alle belangrijke bloemlezingen tot dusver ontbreken bijvoorbeeld de Friese en de Antilliaanse poëzie, terwijl die poëzie in contact staat met de Nederlandstalige poëzie en de wereldpoëzie.
Tsead Bruinja: “Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. ‘Onze’ literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You.’
Tsead Bruinja (Rinsumageest, 1974) publiceerde sinds 2000 verscheidene bundels in het Fries en het Nederlands. In de periode 2019-2020 was hij Dichter des Vaderlands: hij schreef actualiteitsgedichten en trad op als ambassadeur van de poëzie.
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie | Samengesteld door Tsead Bruinja, met dank aan de Koninklijke Bibliotheek en Turing Foundation | uitgegeven door Querido | Paperback | ISBN: 9789021436937| € 22,99
Verschijnt 8 november 2022
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/de-eerste-bloemlezing-van-de-nederlandse-poezie/